Wat kan de digitale wereld leren van de echte wereld?
De afgelopen decennia hebben veel marketeers de vergelijking gemaakt tussen de digitale wereld (die van internet en e-commerce) en de echte wereld (die van fysieke winkels). Winkeleigenaren wisten altijd al dat je een goed assortiment moet hebben dat aansluit bij de klanten die je wilt bedienen, dat de winkel op de juiste locatie moet staan, dat het aanbod aantrekkelijk geprijsd is, zeg maar de oude 4P’s. Ook als je digitaal gaat zijn deze oude inzichten nog steeds valide.
De afgelopen maanden zien we nog meer overeenkomsten. Er zijn verschillende organisaties slachtoffer geworden van ransomware. De ene organisatie betaalde om zo snel mogelijk weer online te kunnen zijn en andere organisaties probeerden op een andere manier weer bij hun informatie te komen, waarbij soms tot wel 3 maanden geen automatisering beschikbaar was (een ziekenhuis in het buitenland heeft gedurende die periode alle patiëntgegevens in schriftjes genoteerd). Standvastigheid kost soms wat. We weten ook van de problemen van organisaties die Citrix gebruikten. En waarom zullen andere organisaties en systemen in de (nabije) toekomst niet ook zwakke punten kennen?
In de real world maken we dit ook aan den lijve mee. Het Coronavirus slaat om zich heen. Inmiddels loopt het dodental op en het aantal geïnfecteerde mensen loopt ook behoorlijk op (ik zal geen cijfers noemen, want zodra ik deze column inlever zullen deze weer gewijzigd zijn). De aantallen die officieel worden genoemd kunnen wel eens hoger zijn. Zo gaat dat vaak. Chinese topambtenaren van de Communistische Partij hebben toegegeven dat ze tekortgeschoten zijn in de bestrijding van het virus. Er werden wel in recordtempo ziekenhuizen uit de grond gestampt (ik zou wel eens kennis willen maken met deze projectleiders), er werden wel steden afgesloten van de buitenwereld, maar het was respectievelijk meer window dressing en te laat. En ook de WHO was in de beginfase vol lof, terwijl later er toch vragen kwamen over de aanpak. En dat is wat vaak gebeurt: ‘geen gevaar voor de volksgezondheid’ en ‘gaat u maar rustig slapen’. Wel is duidelijk dat de bron moet worden aangepakt, meer controles op de dierenmarkten en illegale dierenhandel moet aan banden worden gelegd.
Hoe treffend is het om de digitale wereld te vergelijken met de fysieke wereld. Er werd in januari een (door niet iedereen serieus genomen) pleidooi gehouden door Kees Verhoeven (kamerlid D’66) voor een minister van ‘digitale zaken’, door hem genoemd ‘Technologie en Privacy’. We wapenen ons tegen het water met een ministerie van Verkeer en Waterstaat. We wapenen ons tegen de vijand met een ministerie van Defensie. Het pleidooi van Verhoeven (bijna het enige kamerlid die verstand heeft van ICT!!?) verdient het om serieus te worden overwogen, zeker gezien de recente ontwikkelingen en de vragen die in het verschiet liggen rondom bijvoorbeeld 5G (controle over de infrastructuur) en Internet-of-Things (en daarmee het woud aan sensoren).
Terug naar de bestrijding van het Coronavirus. De reacties daarop waren te laat, niet doortastend genoeg en de eerste reacties waren eigenlijk ‘we hebben het onder controle’, ‘het valt wel mee’ en ‘daar zullen wij (in het westen) geen last van hebben’. Bij het schrijven van deze column word ik door de organisatie van ISE 2020 gewaarschuwd voor het Coronavirus, hoe om te gaan met hygiëne en om vooral niet te komen als ik denk dat ik het virus zou kunnen hebben. De beurskoersen in China kelderen. Vliegverbindingen worden opgeschort.
Wat kunnen we leren van dit virus en de mitigerende acties daarop? En hoe kunnen we dit toepassen op onze ICT-omgevingen. Ik zou zeggen dat elke aanval serieus genomen moet worden. Dat we kritisch moeten zijn op ‘markten’ en ‘illegale handel’. En vul zelf maar in wat dat betekent in ICT-jargon. We kunnen niet rusten en zeker niet ‘rustig gaan slapen’. ‘Het is een wedstrijd, het is een wedstrijd, die je niet winnen kan’, zong Bram Vermeulen (overigens in een andere context). Wat we ook doen, ooit is het best beveiligde netwerk te kraken op een manier die niemand voor mogelijk heeft gehouden. En dus is het zaak om uitwijkscenario’s beschikbaar te hebben. Maar ook moeten we rekening houden met snel alternatieven in de lucht te kunnen brengen. En dat hoeven geen ‘complete ziekenhuizen in vijf dagen’ te zijn, maar wendbaarheid in dienstverlening zal een onderscheidende factor worden.
Ik wens u een virusvrij voorjaar toe (en denk nog maar eens over die minister van Technologie en Privacy).
Marcel Ederveen